..........................................Fontys Hogeschool Sociale Studies


.......................Home...............................................Waarnemen en Observeren


maandag 1 september 2008

Praktijkgericht Onderzoek


Praktijk gericht onderzoek heeft vaste voet gekregen in zorg en welzijn. Beroepsbeoefenaren in welzijnszorg en gezondheidszorg verrichten steeds vaker zelf onderzoek in hun beroepspraktijk. Praktijkgericht onderzoek is onderzoek waarin vragen en problemen uit de beroepspraktijk centraal staan. Het belangrijkste doel is het ontwikkelen van nieuwe kennis voor en over de beroepspraktijk. Praktijkgericht onderzoek levert toepasbare en bruikbare kennis om de praktijk van welzijn en zorg te verbeteren. Dit praktisch georiënteerde boek geeft handreikingen aan mensen die willen kennismaken met praktijkgericht onderzoek en willen leren zelf praktijkgericht onderzoek te doen. Het boek biedt een overzicht aan opvattingen, ideeën en richtlijnen, voor het opzetten en uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. Verder biedt het boek instructies en praktische beschrijvingen van de verschillende manieren waarop onderzoeksgegevens kunnen worden verzameld, geanalyseerd en gebruikt.

Interculturele gespreksvoering


Na de succesvolle verschijning van het boek Interculturele gespreksvoering van Hoffman en Arts in 1994 heeft Hoffman in deze volledig herziene uitgave het TOPOI-model verder ontwikkeld. Het letterwoord TOPOI staat voor 'taal, ordening, personen, organisatie en inzet'. Het zijn de vijf gebieden waar zich in de communicatie cultuurverschillen en misverstanden kunnen voordoen. Het TOPOI-model omvat een praktisch analyse- en interventiekader om deze cultuurverschillen en misverstanden in de gespreksvoering op te sporen en aan te pakken. Het vernieuwende van het TOPOI-model is dat het vertrekpunt de interpersoonlijke communicatie is, en niet de cultuur. Voortbouwend op de algemene communicatie- en systeemtheorie van Watzlawick introduceert de auteur een nieuw concept van interculturele communicatie. Interculturele communicatie wordt omschreven als de interpersoonlijke communicatie waarin expliciet aandacht is voor de culturele factoren die van invloed op de communicatie zijn. Vanuit de systeemtheoretische invalshoek hangen deze culturele factoren niet alleen samen met iemands nationale of etnische achtergrond, maar evenzeer met sekse, leeftijd, sociale klasse, opleiding, seksuele voorkeur, beroep, religie en sociaal-geografische herkomst. Het TOPOI-model is dan ook een algemeen model dat voor elke communicatie inzetbaar is.Binnen deze brede definitie van interculturele communicatie zijn verschillende invalshoeken mogelijk. In het boek Interculturele gespreksvoering is gekozen voor de etnisch-culturele invalshoek omdat momenteel de ontmoeting en confrontatie tussen autochtonen en allochtonen van groot maatschappelijk belang is. Etniciteit is dus weliswaar het vertrekpunt, maar in het boek wordt steeds aangeknoopt bij de andere genoemde culturele dimensies en daarmee bij andere mogelijke sociale identiteiten van een persoon.De talloze praktijkvoorbeelden, de verwerkingsopdrachten na elk hoofdstuk en de toepassingen van het TOPOI-model op praktijksituaties maken dit boek

Veranderkundige Modellen


Dit boek bevat een inleiding in het veranderkundig denken. De methodieken die er in worden behandeld, hebben betrekking op het werken met individuen, groepen, organisaties en samenlevingsverbanden. Het boek is niet alleen gericht op theoretische kennis van het vakgebied, maar ook op het bevorderen en verbeteren van bekwaam en zorgvuldig veranderkundig handelen. Het boek begint met een inleiding in het agogisch denken en met enkele centrale begrippen van het vakgebied. De kern van dit boek ligt in de uitwerking van de drie modellen van verandering: het sociaal-technologisch model, het persoongericht model en het maatschappijkritisch model. Het boek laat mensen nadenken over diverse methodiekrichtingen binnen maatschappelijk werk en dienstverlening, binnen culturele en maatschappelijke vorming, binnen sociaal-pedagogische hulpverlening, binnen opbouwwerk en binnen professionele organisatieontwikkeling. Binnen al deze studierichtingen is het boek te gebruiken. Het boek is vooral geschikt voor hogere beroepsopleidingen.
Met deze nieuwe druk heeft de auteur het boek sterk veranderd. Naast het aanbrengen van algemene wijzigingen, is het boek aangepast aan de nieuwe ontwikkelingen vanaf het begin van de jaren negentig. De inleiding is helder gemaakt door overtollig jargon en verwarrende zijsporen weg te laten en door de agogische optiek nog duidelijker uit te werken. Verder zijn de drie modellen geactualiseerd en op bepaalde punten 'zakelijker' en minder ideologisch geladen uitgewerkt.

dinsdag 15 juli 2008

Joe Speedboat

Joe Speedboot is een roman over liefde en rivaliteit, over een verlosser zonder belofte en een heroïsche odyssee. Het toont het lot van nieuwkomers in een Nederlands dorp, waar de last van het onverwerkte verleden op de inwoners drukt. De tragikomische maalstroom van gebeurtenissen geeft het ingeslapen dorp een onverwachte dynamiek waar het niet meer van zal herstellen. Tommy Wieringa schreef met Joe Speedboot een gedreven, aanstekelijke ontwikkelingsroman, met een hoofdrol voor de mateloze verbeeldingskracht van één man. Fransje Hermans, de verteller van het verhaal, is na een ongeluk invalide geraakt en heeft voorgoed zijn spraakvermogen verloren. Hij is de zelfbenoemde chroniqueur van het dorp Lomark. Zijn fascinatie voor de nieuweling Joe Speedboot is grenzeloos: Joe Speedboot, de jongen die zijn eigen naam gekozen heeft en op zijn vijftiende al bommenlegger, vliegtuigbouwer en bewegingsfilosoof is. Nauwgezet observeert Fransje hoe nog een nieuwkomer de natuurlijke orde van het dorp komt verstoren: Joe's stiefvader Papa Afrika, een zachtaardige Nubiër met gazellenogen die een kleine scheepswerf begint op de oever van de Rijn. Dan verschijnt de geheimzinnige Picolien Jane, een beeldschone Zuid-Afrikaanse, aan wie Fransje zijn kronieken opdraagt en voor wie levenslange vriendschappen op het spel worden gezet. In haar komen alle verhalen samen, met noodlottige gevolgen. Op originele wijze en met speels vernuft, toont Tommy Wieringa de loop van een geschiedenis, waarin niemand aan zijn bestemming ontkomt.

Het verboden Pad

Ter afronding van zijn studie loopt de zesentwintigjarige Philip Soek stage in De Helmer, een Amsterdams tehuis voor moeilijk opvoedbare pubers. Gewantrouwd door zijn collega's vanwege zijn chique afkomst, en hardvochtig op de proef gesteld door de kinderen, tracht Philip overeind te blijven. Als hij samen met zijn collega's afreist naar Bretagne om de kinderen te begeleiden tijdens een vakantie, slaagt hij er stukje bij beetje in om hun vertrouwen te winnen. Maar dan verongelukt een van de kinderen onder raadselachtige omstandigheden tijdens een tocht over de rotsen, en dreigt de schuld op de onervaren stagiair afgewenteld te worden.

Het Oog van de Luipaard

Als Hans Olofson voor een korte reis naar Afrika gaat, kan hij niet weten dat hij er twintig jaar zal blijven. In plaats van in Uppsala zijn rechtenstudie te voltooien, neemt hij in Zambia een kippenfarm over van een Engelse vrouw. Hij heeft grootse plannen: nieuwe huizen voor de zwarte medewerkers bouwen, voor hun kinderen een school oprichten en hogere lonen betalen. Hij ontfermt zich over de weduwe en de dochters van een zwarte arbeider. Maar als er dingen gebeuren die erop wijzen dat het leven niet zo snel te veranderen is, komt Hans in het nauw. Zijn blanke buren ontsnappen op het nippertje aan een rituele afslachting. Hij vindt de kop van zijn herdershond met uitgestoken ogen aan een boom gebonden. De onafhankelijkheidsbeweging zet zich nadrukkelijk af tegen de blanken. Zijn enige zwarte vriend raadt Hans Olofsen aan om de verstandigste weg te kiezen en te vertrekken. Maar kan Hans achterlaten wat hij heeft opgebouwd?